‘Wij jongeren kunnen niet zeggen: het zal onze tijd wel duren – het IS onze tijd!’

Rianne van Zandbrink: “We hebben niet één oplossing als stip aan de horizon nodig, maar een horizon aan oplossingen.”

Rianne van Zandbrink, alumna Oogst van Overmorgen 2023

Rianne van Zandbrink is geboren en getogen op een biologische melkveehouderij in de Eemvallei. Ze studeerde Communicatie en Life Sciences in Wageningen en deed Masters in Communicatie en Life Sciences en in Voeding en Gezondheid. Ze werkt twee dagen in de week voor de Wageningen Universiteit en drie dagen in de week voor de Transitiecoalitie Voedsel. Daarnaast doet ze nog ‘duizend dingen’. 

Rianne nam deel aan het derde cohort van de Oogst van Overmorgen (OVOM), het leiderschapsprogramma waar jonge gedreven boeren, ambtenaren, ondernemers en young professionals hun rol in de verduurzaming van het voedselsysteem vinden.

Wat is jouw plek in het voedselsysteem?

Ik ben op meerdere plekken actief. Bij de WUR doe ik als sociale wetenschapper onderzoek in een project over samenwerking tussen akkerbouwers en veehouders. Toen Carola Schouten minister was zijn er experimenteergebieden vastgesteld, waarin we onderzoeken of die samenwerking bijdraagt aan de doelen van kringlooplandbouw.

Samenwerking kan gaan over het uitwisselen van percelen land: de akkerbouwer heeft schone grond nodig voor zijn pootaardappelen – vrij van aaltjes, grond zonder aardappelmoeheid. Die grond heeft de veehouder voor hem. Zo ontstaat een ruil van grond en kun je ook uitdagingen als droogte of stikstofuitspoeling aangaan.

De inhoud van de samenwerking verschilt: naast grond kun je ook mest, machines en arbeid uitruilen. Ook de vormen zijn divers: een-op-een samenwerking, soms zo verweven dat er praktisch sprake is van één bedrijf. En er zijn ook netwerken van bijvoorbeeld vijf boeren of soms zelfs vijftien. Geregeld kom ik samenwerkingen tegen die al generaties lang bestaan.

Mijn werk gaat over allerlei aspecten van waardering voor die samenwerking. De ene samenwerking verloopt naar tevredenheid omdat er niets op papier staat, de andere juist verloopt juist goed omdat alle afspraken tot achter de komma op papier staan. Iedereen haalt zijn vertrouwen ergens anders uit.

Binnen de Transitiecoalitie Voedsel werk ik met de transitietheorie Transmission. Die gaat ervan uit dat elke transitie bestaat uit vijf verschillende fases: een fase met nauwelijks urgentie en geen reden om te bewegen; een waarin de eerste mensen tot oplossingen proberen te komen; vervolgens ontstaat concurrentie tussen de partijen; dan komt er overeenstemming over de oplossing en volgt er sectorsamenwerking en uiteindelijk is de oplossing het nieuwe normaal geworden. Die theorie passen we toe op duurzame landbouw: samen met organisaties tuigen we projecten op om de eiwittransitie te versnellen.

Hoe kwam je OVOM op het spoor?

Vanuit mijn rol bij de Transitiecoalitie Voedsel werd mij gevraagd of ik mensen wist voor wie het OVOM-programma interessant zou kunnen zijn. Daar bleek ik er zelf een van! Het sponsoren van mijn plaats is niet helemaal gelukt, dus ik heb een gedeelte zelf betaald. Ik ging het traject in met de vraag: waar ben ik goed in en wat moet ik kiezen uit alle dingen waar ik binnen het voedselsysteem mee bezig ben?

Wat waren indrukwekkende ervaringen?

Sowieso de nature quest, waarbij we in de natuur werden achtergelaten, alleen en zonder te weten wanneer het afgelopen zou zijn. Dat was een bijzondere uitdaging. In die leegte kon ik nadenken over mijn wens om keuzes te maken, en langzaam kwam het inzicht: waarom zou ik kiezen als ik alles leuk vind? Die wens rond keuzes veranderde in een wens om mij grenzen te leren kennen en aan te kunnen geven als het teveel wordt.

Nature quest tijdens de 2e meerdaagse

Wat heeft de grootste waarde voor je gehad?

Ik heb geleerd om ruimte voor mezelf te maken, wat niet makkelijk is als je zoveel verschillende dingen doet. Op weg naar de samenkomsten sprak ik mezelf toe: ik ga nu drie dagen helemaal van mezelf zijn, ik laat alles even achter. Dat moest ik me echt inprenten, maar al bij de eerste check-in voelde ik hoe goed het was om alleen maar daar aanwezig te zijn.

Al die andere deelnemers leren kennen, dat was vooral waardevol. Laatst vroeg iemand: spreek je de mensen van OVOM nog weleens? Ja, zó ontzettend vaak!
Er is inmiddels een extra traject ontwikkeld rond bedrijfsovername, wat een belangrijk thema is voor de jonge agrariërs die meedoen aan de OVOM. Daar werk ik aan mee en daar ontmoet ik veel deelnemers. Ik zie ze ook bij de voorbereidingen voor een inspiratiediner dat ik mede organiseer. Binnenkort ga ik met iemand uit de groep een rondje Nederland fietsen langs een deelnemers aan OVOM, langs boerderijen en natuurgebieden…  Ik ben ook keynote listener geweest in een later cohort, waarbij ik mocht meedoen en aan het einde van de dag teruggaf wat ik gezien, gehoord en ervaren had.

En daaruit ontstond ook jouw illustere brief aan demissionair Minister Adema?

Een brief vond ik een mooie manier om mijn reflecties aan de groep terug te geven. Ik heb daarin wat gebeurtenissen van de dag beschreven, maar ook verwoord wat ik de kracht vind van OVOM. Ik ben ervan overtuigd dat de demissionair minister deze jongeren goed zou kunnen inzetten voor het schrijven voor een visie voor de landbouw. We zitten in een chaotische tijd, zijn op zoek naar een nieuwe visie en hier hebben we jongeren bij elkaar die heel goed weten dat er iets moet veranderen.

OVOM-jongeren kunnen werken aan de toekomst, misschien niet vanuit een perfectie visie, maar we kunnen wel beschrijven waar wij naartoe willen. Dat wilde ik via die brief aan Adema vertellen, en aan iedereen: dat er hoop is, dat er ideeën zijn en dat wij weten hoe we met elkaar in gesprek kunnen komen. We hebben niet één oplossing als stip aan de horizon nodig, schreef ik, maar een horizon aan oplossingen.

Rianne leest haar brief aan demissionair minister Adema voor

Hoe werkt deelname aan het traject nu door in je leven en werk?

Ik merk dat ik de tools zelf aan het toepassen ben. Bij de WUR organiseer ik samen met anderen een summer school en toen we beschreven wat we wilde bereiken, zag ik dat we precies konden gebruiken wat OVOM aanreikt: vertragen, luisteren op een diepere manier – dat kun je heel vaak inzetten. Daarna inventariseren: wat kunnen we hiermee, is er iets kleins waarmee we kunnen starten? Die manier van denken breng ik echt in de praktijk. Zodra je ermee besmet bent, herken je de situaties waarin de onderliggende theorie bruikbaar is.

Het is fijn dat het traject niet stopt na negen dagen. Er zijn de inspiratiediners en allerlei andere evenementen die zichzelf opeens blijken te organiseren. Tijdens het alumniweekend ontmoeten de cohorten elkaar. We hebben allemaal zo’n beetje hetzelfde ervaren, dus je pakt meteen een dieper gesprek op met mensen die je nog nooit ontmoet hebt. Ik voel me onderdeel van een groeiende beweging. Er is zoveel wil en motivatie bij jonge mensen om aan de slag te gaan met een beter werkend voedselsysteem… Zij kunnen niet meer zeggen: het zal onze tijd wel duren – dit ís onze tijd!

Een programma als OVOM ondersteunt jongeren én de organisaties waaraan zij verbonden zijn. Want ze brengen waardevolle lessen mee terug naar hun organisatie: de vaardigheid van reflecteren, van betere vragen te kunnen stellen, creatief en buiten bestaande patronen denken. Ik voel mezelf echt enorm gegroeid na OVOM.

Alumni weekend 2023

 

Tekst: Corien Botman

 

Volgende
Volgende

‘De waterkwaliteit in agrarische perceelsloten is een blinde vlek’